De overgang van Atrium 4.n of Atrium 5.n wordt niet meer ondersteund in de Installatiemanager.
Met ingang van Syntess Atrium 7.0 zal de Syntess Atrium Installatiemanager geen (automatische) upgrade van 5.x naar 6.x of 7.x meer ondersteunen. Een upgrade van 4.x was al sinds Syntess Atrium 6.9 niet meer mogelijk. Eindgebruikers die op 5.x zitten en die willen bijwerken naar een recente versie moeten hun database uploaden naar Syntess Software. Versie 5.x zal moeten worden verwijderd en de recente versie zal geheel opnieuw geinstalleerd moeten worden. Syntess Software zal vervolgens de database bijwerken naar de recente versie en de klant kan die daarna downloaden en plaatsen in de (geregistreerde) database locatie.
Met ingang van Syntess Atrium 7.0 is het bij het starten van de kantoorapplicatie (atrium.exe) niet langer toegestaan om in het netwerkpad te verwijzen naar het IP adres van de programmatuurserver. Alleen een snelkoppeling met een UNC pad of netwerkpad op basis van een netwerkschijf is toegestaan. Natuurlijk is een lokaal bestandspad ook toegestaan.
Met ingang van Syntess Atrium 7.0 is de applicatieserver service (Syntess.Atrium.Server.exe) een 64-bits applicatie, en kan alleen nog op een 64-bits programmatuurserver worden gestart. De Syntess Atrium Installatiemanager controleert hier op.
1 Controleer op de aanwezigheid van .NET Framework 4.8 op de server waar Syntess Atrium wordt geïnstalleerd.
Dit kan door de Installatiemanager te starten. In het Welkomscherm wordt de computernaam, Windows versie en .NET (Framework) versie getoond, zie onderstaand voorbeeld:
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Welkom
Welkom bij de Syntess Atrium Installatiemanager. Op deze computer (VMATRIUMTEST50, Windows Server 2012 R2 (Version 6.3, Build 9600, 64-bit Edition), .NET 4.8) is Syntess Atrium 6.2.0080 (licentiecode: 09000) geïnstalleerd. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Als de .NET versie 4.8 is, dan is er geen actie nodig.
Als de .NET versie 4.7.2 of lager is dan moet deze worden bijgewerkt naar .NET Framework 4.8.
Bij de update naar Atrium 6.3 controleert de Installatiemanager of deze .NET versie aanwezig is.
2 Controleer of in de computernaam van de server waarop Atrium wordt geïnstalleerd een ‘_’ (lage streep, underscore) is opgenomen. Dit is vanaf Atrium 6.3 niet meer toegestaan. Als de database op een aparte server staat controleer ook de naam van die server, daar is een ‘_’ ook niet toegestaan.
Vanuit Windows was dit al nooit toegestaan, zie https://support.microsoft.com/en-us/kb/909264, het gedeelte over DNS Names. Vanuit Atrium gaf de aanwezigheid van een ‘_’ geen problemen, maar vanwege het gebruik van een nieuwere versie van de Firebird driver is het nodig de controle aan te scherpen.
Het ‘-‘ teken (koppelteken/Min-teken) is wel toegestaan.
Voor een Windows computernaam geldt het volgende: - Toegestane tekens: letters A-Z en a-z cijfers 0-9 en - (min-teken) - Mag niet meer dan 15 tekens bevatten.
Als de computernaam een ‘_’ bevat wijzig dan de naam in overleg met uw systeembeheerder.
Na het wijzigen van de computernaam zijn er onder andere de volgende acties om uit te voeren:
a Wijzig de registratie van de databasenaam met behulp van de Installatiemanager met de juiste servernaam. Deze wijziging is om de melding "Proefdatabase" bij het starten van Atrium te voorkomen. Het betreft het opnemen van de databasenaam in de licentie. Het databasepad in atrium.ini wordt aangepast met de nieuwe naam. Verder worden geen ini bestanden aangepast.
b In de map Bin nagaan of de bestanden atrium.ini en atriumbc.ini een servernaam bevatten die nog niet is aangepast, zo ja deze aanpassen.
c Stop de service "Syntess Atrium Service Manager". Wijzig de inhoud van het bestand atriumsvcmgr.ini dat in de map C:\ProgramData\Syntess\Atrium staat (maak vooraf een kopie). In dit bestand staan de registraties van de Syntess Atrium services zoals de Verzendserver, Afdrukserver. In theorie kunnen deze registraties ook vanuit Atrium worden verwijderd, maar dat geeft in deze situatie soms fouten.
Alle plaatsen waar een servernaam staat deze wijzigen met de nieuwe servernaam.
De service "Syntess Atrium Service Manager" weer starten.
d Alle plaatsen in Atrium waar een pad kan worden geregistreerd nagaan of daar de databasenaam moet worden aangepast, bijvoorbeeld in UNC paden. Geldt wellicht bij dagboeken, voor de afdrukserver, bij externe documenten en dergelijke. Denk ook aan eventuele database scripts die zijn gemaakt voor de Windows taakplanner. En denk ook aan snelkoppelingen waarin een databasepad is opgenomen. |
Acties vooraf vanaf versie 6.3 naar 7.0
Er zijn ten aanzien van de overgang naar 7.0 geen acties vooraf noodzakelijk. De systeemeisen ten opzichte van Atrium 6.9 zijn gewijzigd. Zie onder systeemeisen.
Met ingang van Syntess Atrium 7.0 zal de Syntess Atrium Installatiemanager controleren dat de programmatuurserver tenminste 64-bits Windows ondersteunt, en als Firebird geïnstalleerd wordt/is op de programmatuurserver dat dit de 64-bits versie van Firebird betreft. De 32-bits Firebird setup zal niet langer worden aangeboden. Mocht de 32-bits versie van Firebird worden aangetroffen moet deze eerst worden verwijderd.
Met ingang van Syntess Atrium 7.0 zal worden overgestapt van Firebird 3.0.5 naar 3.0.11, en zoals aangegeven de 64-bits versie van Firebird 3.0.11. De Syntess Atrium Installatiemanager biedt de mogelijkheid om geautomatiseerd versie 3.0.5 te laten vervangen door 3.0.11 (64-bits). Dat geldt zowel voor de 32-bits versie van 3.0.5 als de 64-bits versie van 3.0.5. Mocht 3.0.5 destijds met de Legacy optie zijn geïnstalleerd, dan geldt dit ook voor 3.0.11. Bedenk dat vanaf Syntess Atrium 6.8 Firebird standaard niet meer met de Legacy optie wordt geïnstalleerd.
Met ingang van Syntess Atrium 7.0 zal de Syntess Atrium Database Wizard controleren dat de databaseserver tenminste 64-bits Windows ondersteunt, en als Firebird geïnstalleerd wordt/is op de databaseserver dat dit de 64-bits versie van Firebird betreft. Het gaat daarbij om de nieuwere Firebird 3.0.11 versie. Een eventuele oudere, 32 bits versie moet eerst worden verwijderd. De Database Wizard zal daarna aanbieden om de 64-bits versie van 3.0.11 automatisch te installeren. Een eventuele Legacy optie zal alleen worden gehandhaafd als de oudere versie ook 64-bits was. Bedenk dat vanaf Syntess Atrium 6.8 Firebird standaard niet meer met de Legacy optie wordt geïnstalleerd.
Firebird zonder Legacy optie
In de situatie dat Firebird volledig nieuw wordt geïnstalleerd en er worden databaseverbindingen uit andere programmatuur dan Atrium gebruikt is het goed om eerst onderstaande tekst door te lezen.
Om verbinding met de database te kunnen maken moet er bij Firebird worden aangemeld met een Firebird gebruiker. Dit gebeurt op de achtergrond, een Atrium gebruiker hoeft daar niets voor te doen en hoeft daar geen weet van te hebben.
Standaard zijn aanwezig de Firebird gebruikers SYSDBA voor de Database Wizard en ATRIUM voor verbinding met Syntess Atrium.
Van deze gebruikers zijn twee soorten aanwezig, een gebruiker om volgens de Srp methode verbinding te maken en een gebruiker om volgens de Legacy methode verbinding te maken. In de Syntess Atrium Database Wizard worden deze gebruikers weergegeven als volgt:
De Legacy methode is er vanwege compatibiliteit omdat oude drivers de Srp authenticatie niet kennen. Het wordt echter afgeraden door Firebird om de Legacy methode te gebruiken omdat deze een minder beveiligde verbinding geeft. Vanuit Atrium worden al lang geen legacy verbindingen meer gemaakt omdat de nieuwere drivers worden gebruikt, In de praktijk wordt al vanaf versie Atrium 6.3 van de beter beveiligde srp verbindingen gebruik gemaakt.
In de taak Systeemgebruik is op tabblad Databaseverbindingen bij de kolom "Authenticatie methode" te zien welke methode wordt gebruikt. Idealiter worden er alleen Srp verbindingen getoond, maar in onderstaand voorbeeld is ook Legacy_Auth aanwezig. Er wordt daar gebruik gemaakt van een oude driver. Advies is om na te gaan of er tools of ODBC koppeling zijn die een oude driver fbclient.dll of gds32.dll gebruiken. Als dat het geval is vervang die driver dan door het bestand fbclient.dll dat in de Atrium Bin map staat.
Om te garanderen dat voor de database altijd met beveiligde verbindingen wordt gewerkt zullen er met ingang van Atrium 6.8 geen legacy gebruikers meer worden aangemaakt. De Database wizard ziet er dan zo uit:
Voor de bestaande installatie van Atrium heeft dit geen gevolgen, er zal daar niets worden aangepast. Voor nieuwe installaties van Atrium, of het nieuw installeren van Firebird kan dit wel gevolgen hebben als er databaseverbindingen uit andere programmatuur dan Atrium worden gebruikt.
Bij gebruik van een oude driver kan dit de melding geven "connection rejected by remote interface". Ga na of er een oude driver fbclient.dll of gds32.dll wordt gebruikt. Als dat het geval is vervang die driver dan door het bestand fbclient.dll dat in de Atrium Bin map staat.
In het geval van een .NET situatie (de applicatieserver) betreft het de driver FirebirdSql.Data.FirebirdClient.dll. Als het een verouderde versie betreft gebruik dan het bestand FirebirdSql.Data.FirebirdClient.dll dat in de Atrium Bin.NET map staat.
Uitvoeren update naar 7.0
Het is mogelijk te updaten vanaf de versies Atrium 6.0 t/m 6.9.
Ter info
Vanaf Atrium 6.9 wordt in de Atrium map ook een Bin64 map geplaatst bij installatie. Deze map bevat 64-bit programma’s. Een voorbeeld is atriummapi.exe. Voorheen was in de Bin map aanwezig atriummapi.exe (32-bit) en atriummapi64.exe (64-bit). Nu is in de Bin map aanwezig atriummapi.exe (32-bit) en in de Bin64 map atriummapi.exe (64-bit).
Vanaf Atrium 6.5 geldt het onderstaande:
- In de Word editor wordt het formaat .doc niet meer ondersteund, alleen .docx
- Bij het rapporteren naar Excel wordt bestandtype .xls niet meer aangeboden, alleen .xlsx
In bestaande rapporten en instellingen kan het zijn dat is aangegeven om naar bestanden van het type .xls te exporteren. Bij de overgang wordt dat via de databasewijzigingen automatisch omgezet van type .xls naar type .xlsx, daar hoeft u vooraf niets aan te doen.
Dat betreft de volgende plaatsen in Syntess Atrium kantoor:
- Lay-out editor, lay-out eigenschappen, Bestand, het veld Bestandstype.
- Lay-out editor, lay-out eigenschappen, Verzenden, het veld Bestandstype verzendopdracht.
- Extra, Afdrukserver, tabblad Details, het veld Formaat.
- Extra, Beheer, Administraties, tabblad Verzendserver, het veld Formaat.
- Stamgegevens, Financieel, Dagboeken, documenttype Verkoopfactuur of Werkbon, tabblad Gereedmelden, het Veld 'Formaat ext. document'.
Voor al deze plaatsen geldt dat de keuzes
Excel werkblad (XLS), tabelvorm
Excel werkblad (XLS), posities volgens lay-out
worden omgezet in
Excel werkblad (XLSX), tabelvorm
Excel werkblad (XLSX), posities volgens lay-out
Het .xlsx bestand wordt aangemaakt vanuit de rapportage, het is daarbij niet van belang of er Excel op het werkstation staat en welke versie dit betreft.
Verbinding met de applicatieserver
Onderstaande is niet relevant voor het reguliere gebruik van Syntess Atrium, maar is voor degenen die zelf een connectie hebben gedefinieerd met de applicatieserver.
In de connection tekst moet bij de parameters DBPWD en PWD het wachtwoord Base64 versleuteld worden opgenomen.
Het Base64 versleutelen van een wachtwoord is eenvoudig uit te voeren via bijvoorbeeld de website https://www.base64encode.net/
Voorbeeld: de waarde 12345 wordt via Base64 MTIzNDU=
Typ in het bovenste tekstvak 12345, kies knop Encode onder het tekstvak en de versleutelde waarde wordt in het onderste tekstvak getoond.
De parameter PWDBASE64 is komen te vervallen en kan worden verwijderd uit de connection tekst.